Brabants worstenbroodje
Deeg:
250 g witte bloem
¼ liter melk
75 g boter
Snuif zout
10 g suiker
1 zakje gist
Zeef 250 g bloem, meng met een beetje zout en maak een
kuiltje in het midden. Breng een kwart liter melk op
kamertemperatuur en roer er een zakje droge gist en een
tweetal eetlepels suiker doorheen. Smelt 75 g boter tot ze
zacht is maar niet lopend. Doe nu de melkbereiding en de
boter in het kuiltje, meng met de bloem en kneed tot deeg.
Voeg desnoods bloem toe tot het deeg niet meer kleeft. Dek
de deegbal af en laat minstens een half uurtje rusten op
kamertemperatuur en tochtvrij.
Maak ondertussen de vulling. Meng het gehakt met het ei,
fijngemalen beschuit of een paar eetlepels paneermeel. Kruid
met peper, zout, nootmuskaat, een lepel graantjesmosterd en
een flinke scheut melk.
Meng goed, verdeel in ballen ter grootte van je handpalm en
rol die uit tot worstjes. Dek ze af en zet koel weg.
Verdeel de deegbal in evenveel porties als je worstjes hebt.
Dek de porties individueel af met een beetje folie en laat nog
een kwartiertje staan.
Rol de deegballetjes uit tot rechthoekige vellen. Leg er de
worstjes op, plooi de zijkanten in en rol ze op. Bestrijk met
eigeel en zet ze 30 minuten in een oven voorverwarmd op
200°C.
Het lijkt op een heuse Bifi worst en dat is het in essentie
ook, behalve de vulling en de artisanale bereiding
natuurlijk. Het verschil met de “Antwerpse”
worstenbroodjes is, dat die met bladerdeeg gemaakt
worden.
Het Brabants worstenbroodje is een typisch broodje uit de
Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het is ontstaan als
een manier om vlees langer houdbaar te maken door het
in deeg te rollen en te bakken. Het werd vooral gegeten op
kerstavond na de nachtmis en met carnaval. Het Brabants
worstenbroodje staat op de lijst van immaterieel erfgoed
van de UNESCO.
De worstjes:
gemengd gehakt
(varken – rund).
beschuit of paneermeel
ei
peper & zout
nootmuskaat
graantjesmosterd
melk