madeleintjes
Klop de eieren met de suiker tot een ruban.
Zeef de bloem en meng met het bakpoeder.
Meng in de keukenrobot verder met een snuifje
zout, de honing en de boter.
Schep het deeg in een spuitzak en laat een
half uurtje rusten. Beboter de
madeleinevormpjes met boter, bestuif met
bloem en spuit er het deeg in.
Zet de vorm 15 minuten in een voorverwarmde
oven op 200 g. Laat de koekjes afkoelen voor
het ontvormen.
Een ‘madeleineke’ is niet zo maar een lekker
koekje. Het heeft een verhaal, zelfs
meerdere verhalen. Het recept verschijnt in
1755 voor het eerst in een kookboek. Het
zou uit Lotharingen afkomstig zijn. En zelfs
dat is niet zeker. Want een ander verhaal
zegt dat het via een kokkin van een hertog
of een koning uit Polen in Frankrijk is
terecht-gekomen. En dat via diens Franse
schoonzoon… Volg je nog? Maar het
mooiste waarschijnlijk onware verhaal is,
dat Madeleineke gewoon een boerin was,
die koekjes bakte in de vorm van Sint-
Jacobsschelpen voor de pelgrims die
onderweg waren naar Santiago de
Compostella. En wat héél zeker is, is dat de
madeleintjes ongelooflijk ingeburgerd zijn
in ons eigen culinaire erfgoed.
4 eieren
100 g fijne suiker
50 g vanillesuiker
190 g bloem
7 gr bakpoeder
190 g zachte boter
10 g vloeibare
honing