nonnenvotten
500 gram bloem
50 gram verse gist
50 gram basterdsuiker
¼ liter melk
Los de gist op in wat lauwe melk. Klop het ei los. Laat de boter
zacht worden. Zeef de bloem met een snuifje zout en de
basterdsuiker. Maak een kuiltje in het midden. Giet het
gistmengsel met de rest van de lauwe melk en de zachte boter
in het kuiltje en meng alles tot een soepel deeg.
Dek af, zet tochtvrij weg op kamertemperatuur en laat 1 uur
rijzen. Kneed opnieuw en druk de lucht eruit. Laat opnieuw 20
minuten rijzen en druk het deeg plat om de luchtbelletjes te
verwijderen.
Dit typische gebakje wordt traditioneel tijdens het
carnaval gegeten. Het dateert al van de 17e eeuw.
De leukste verklaring voor de naam is, dat het gebakje
gelijkt op de strik die de nonnen vroeger op hun
achterwerk droegen.
Foto: Wikimedia
100 gram boter
zout
1 ei
fijne suiker
Rol het deeg uit en snijd slierten af van ongeveer 30 cm lang.
Maak er rolletjes van en leg er een knoop in. Laat ze nog even
rust voor je de knopen tot goudbruin frituurt op 180°C. Als ze
klaar zijn, bestuif ze dan royaal met fijne suiker.