ingrediënten - info
kalfsschenkel
vloeiende bloem
selder
ui
wortel
knoflook
lente-ui
laurier
kalfsfond
Kuis een paar stengels groene selder en een grote wortel en
snijd ze in zeer fijne blokjes. Bewaar wat selderblaadjes en
hak ze fijn. Hak eveneens een tweetal uien in een fijne
brunoise en snijd een halve bol gepelde knoflookteentjes op
fijne schijfjes.
Stoof deze groentemix in een paar eetlepels olijfolie. Kruid met
oregano, tijm, basilicum, peper en zout. Voeg toe: een
laurierblad, een klein potje tomatenpuree, een glas witte wijn
en een half litertje kalfsbouillon.
Bestuif de kalfsschenkels met bloem. Bak ze aan beide kanten
goudbruin in een brede pan in wat olijfolie. Schep de
groentesaus over de schenkels in de pan. Zorg ervoor dat ze
volledig ondergedompeld zijn. Laat 1 tot 1 ½ uur sudderen
zonder deksel. Wordt de pan te droog, voeg dan nog wat wijn
en kalfsfond toe. Controleer of de schenkels na de kooktijd
boterzacht geworden zijn.
Maak ondertussen de gremolata van fijngehakte
knoflookteentjes, gehakte peterselie en citroenrasp. Kuis en
snijd een lente-uitje in ringetjes. Snijd een paar smaakvolle
pruimtomaten in schijven van een tweetal centimeter dik. Bak
ze langs beide kanten in een lepeltje olijfolie en zet ze
afgedekt weg. Pluk een handvol blaadjes bladpeterselie.
.
Dit gerecht vindt zijn oorsprong in de Middeleeuwse
Italiaanse keuken. In 1891 wordt het originele recept
beschreven door de gastronoom Pellegrino Artusi in zijn
kookboek ‘La Scienza in Cucina e l’Arte di Mangiare Bene‘,
kortweg: de kunst om goed te eten. Hij voegde witte wijn
toe aan de basissaus. Pas veel later worden soms tomaten
verwerkt in het gerecht.
Het beenmerg is een absolute delicatesse voor de
liefhebbers. In Milanese restaurants wordt een speciale
naald bij het bestek gevoegd om gemakkelijker de laatste
restjes merg uit het been te wrikken. Dat lepeltje noemt
men een ‘esattore’, wat zoveel betekent als
‘belastingontvanger’. Weer een leuk verhaaltje voor aan
tafel hé?
ossobuco alla milanese
witte wijn
tomaten
tomatenpuree
tijm
oregano
basilicum
onbespoten citroen
peterselie
Parmesan
olijfolie
peper en zout
Op het bord. Leg in het midden van de borden een tweetal
schenkels. Overgiet die uitbundig met de saus. Werk de
borden af met lente-ui en peterselie. Leg er een paar schijfjes
gebakken tomaat bij. Dien op met een schaaltje gremolata.
Serveer met de onafscheidelijke Milanese risotto. Maar je kan
ook kiezen voor polenta. Leg ook een smal kreeftenlepeltje bij
het bestek, zodat je gasten het beenmerg kunnen uitlepelen.