konijn met mosterd en witte wijn
ingrediënten - info
konijn
uien
knoflook
witte wijn
kalfsfond
Snijd een paar uien in halvemaantjes en plet enkele teentjes
knoflook. Hak het konijn in stukken, kruid met peper en zout.
Bak de stukken rondom bruin in boter. Leg het vlees daarna in
een kasserol. Giet het vet weg uit de braadpan en bak er de ui
met knoflook in.
Voeg dit daarna toe aan de inhoud van de kasserol samen
met een halve liter kalfsbouillon en evenveel witte wijn. Het
konijn moet volledig ondergedompeld zijn.
Leg een kruidentuitje in de pot. Snijd de korsten van een
dikke boterham volkorenbrood en strijk die royaal in met
graantjesmosterd. Leg de boterham bovenop de stukken
konijn.
Laat de pot anderhalf uur sudderen op ongeveer 95°C, tegen
het kookpunt. Controleer of het vlees gaar is. Haal de stukken
eruit en verwijder ook het kruidentuiltje.
Mix het kookvocht met een staafmixer en breng het daarna
aan de kook. Laat inkoken tot sausdikte of bind de saus met
maïszetmeel. Controleer de smaak en doe er indien nodig nog
wat graantjesmosterd, peper en zout bij. Leg het konijn in de
saus en roer goed om.
Zet de bereiding op een koele plaats weg tot de volgende dag.
Dat is nodig om de volle smaak van dit gerecht te bereiken.
Serveer opgewarmd met frietjes of een andere
aardappelbereiding naar keuze. Ook een fris slaatje als
bijgerecht wordt vaak geapprecieerd.